Het verhaal was dat ik een oude schipper uit Arnemuiden sprak, die mij vertelde dat hij als jong broekie samen met zijn oudere broer met de schipper, hun vader, op een oude vissers boot viste. En dat als het mistig was hij altijd op het voorschip stond op de uitkijk aan gaf waar hij de boeien zag liggen of waar de staken stonden en dat door gaf aan zijn broer die bij de mast stond en de aan wijzingen gelijk door gaf aan de schipper.Maar de schipper een akelige norse man waar je nooit iets goed deed riep telkens dat hij het allang al gezien had en de jongens steeds aanspoorde nog beter uit te kijken.Wij waren dat toen zo beu dat wij nooit iets goed deden en hebben de volgende staak niet door gegeven zodat het schip prompt vast liep op de plaat en de schipper raasde en tierde en riep vanuit zijn stuurkot riep waarom wij zo stom waren dat wij die staak niet zagen.Ons antwoord was dat hij telkens riep dat hij het allang gezien had en daarom wij maar eens niets zeiden en nu geloven wij dat we vastzitten.Hij heeft het nooit weer gedaan, zei hij met een grijns en pruimde zijn pruim.Home